Historische vereniging Bunscote

Van de Voorzitter

 

Met dit vierde nummer van de derde jaargang ontvangt u opnieuw een thema-nummer. Het gehele bestuur was meteen enthousiast toen de secretaris voorstelde één en ander te publiceren over de feesten die vroeger in ons dorp gevierd zijn.
Het leek ons goed iets te laten zien van de liefde en toewijding, waarmee onze ouders en grootouders hun gedenkdagen vierden, vooral met het oog op de in voorbereiding zijnde feesten van volgend jaar.
Een feest dat een omvang en lengte zal hebben zoals nog niet eerder in ons dorp vertoond.
Gedachtig aan het gezegde: ” leringen wekken maar voorbeelden trekken ”, begrijpt u dat uw voorzitter geen enkele moeite had met dit voorstel.

We zeggen dan ook de heer J. Koelewijn ons erelid, en de heer W.P. Balkenende hartelijk dank voor hun bijdragen. Ook de vele leden die belangeloos foto’s uit hun verzameling beschikbaar stelden, hartelijk dank.
Stellig zult u veel plezier beleven aan het lezen van de teksten, en vooral het bekijken van de vele plaatjes.
Ongetwijfeld zult u daarop vele oude bekenden en familieleden tegenkomen.
U begrijpt dat we ons, ten behoeve van ons archief, aanbevolen houden voor foto’s die niet in dit nummer zijn opgenomen.
U kunt ze altijd kwijt (eventueel tijdelijk) bij één van de bestuursleden.
Ook hartelijk dank aan de adverteerders en een gever die anoniem wenst te blijven, die door hun bijdragen dit nummer financieel uitvoerbaar maakten.
U treft op de bladzijden 158 en 159 een overzicht aan van de historische optocht zoals die was opgenomen in het feestprogramma van 1923.
Voorwaar geen geringe prestatie in een tijd toen men geen vrije tijd kende zoals wij en de bevolking in omvang slechts een kwart was van die van nu. Over het bodemonderzoek dat deze herfst aan de Burgwal heeft plaatsgevonden hopen we in een volgend nummer uitvoerig te schrijven.
We vonden de gracht die we verwacht hadden, maar smaller. Het was niet meer dan een brede sloot.
Maar ongetwijfeld uit de tijd dat Bunschoten stadsrechten kreeg, want de kleilaag die vanaf de middeleeuwen over ons woongebied is geslibt, ging keurig over de met planteresten gevulde gracht heen.

T. Sleurink.