Historische vereniging Bunscote

55 Van het bestuur J. Bos
56 Willem Koelewijn-Crookewit, 2 P. Koelewijn
71 Van wee is tat d’r één...? W. van Twillert
75 Het kerkhofrooster O. Dekkers
77 Een brief uit Duitsland A. ter Beek
80 Spakenburger aardappelvaarders in Blokzijl B.W. van de Peppel
84 Een plaatje met een praatje W. Beekhuis
88 Bouwstijlen op de ledenvergadering J. Bos

Van het bestuur

 
Op volle toeren

De historische vereniging draait op volle toeren. Als dit nummer van Bun Historiael u bereikt, is Dag oma kraplap verschenen. Wat is het toch een mooi boek geworden, met al die prachtige kleurenfoto’s op A4-formaat en met een schat aan informatie. Aan de uitgave van de Canon van
Bunschoten, Spakenburg en Eemdijk wordt hard doorgewerkt en ook dat belooft een heel bijzondere uitgave te worden, die haar plaats in de rij der regionale en plaatselijke canons met ere zal innemen.
Op vrijdag 14 maart heb ik de certificaten voor het vis- en vleesroken uitgereikt. Het is fijn, dat we door deze cursussen de oude ambachten in ere houden en zo de mensen opleiden die weten, hoe ze ook in de toekomst het vis- en vleesroken moeten beoefenen. En u mag van mij aannemen,
dat de belangstelling voor deze cursussen onverminderd groot blijft. Op 25 maart zijn de diploma’s voor het netten breien en netten boeten uitgereikt en dat door niemand minder dan de wethouder van cultuur, Willem Heinen. En dat hij zo iets met verve en betrokkenheid
doet, zal een ieder verstaan. Hij is niet voor niets telg uit een roemrijk vissersgeslacht.

Wat die leden betreft gaat het goed. In 2007 mochten we het 1400ste lid begroeten.

Mondelinge geschiedenis


Op zaterdag 15 maart j.l. ben ik met Hans Hopman, de auteur van Ootjes jonge jaren deel 1 en 2, naar het Letterfestival van het
Nederlands Dagblad in Doorn geweest. We waren daar uitgenodigd voor een bijeenkomst, die de boeiende titel meegekregen had: ’Toen ik een kind was’. Wij moesten in twee workshops het een en ander vertellen over ’oral history’ oftewel mondelinge geschiedenis. De bijzondere belangstelling ging uiteraard uit naar Hans Hopman, die zijn sporen op dit gebied meer dan verdiend heeft. Op die manier kon hij andere belangstellenden voor mondelinge geschiedenis vertellen over zijn werkwijze en over zijn ervaringen met mensen die een verhaal te vertellen hebben. Het is goed, als ervaringsdeskundigen anderen daarin laten delen en hen op deze wijze inspireren. We kunnen er trots op zijn, dat we zulke mensen in ons midden hebben.

'Jaar 1916

Van een oud-klasgenoot van de lagere school, mevrouw Lutje Hop-Muijs, ontving ik een tweetal schriftjes met oude gedichtjes. De meeste daarvan waren overgeschreven uit allerlei gedichtenbundels, maar daaronder bevond zich ook een verrassing, namelijk een door familieleden zelf geschreven gedicht over de watervloed van 1916. We hopen het t.z.t. op te nemen in een van onze uitgaven.
Ik hoop van harte, dat onze lezers attent willen blijven en dit soort tijdsdocumenten, zoals gedichtjes, foto’s en brieven niet weggooien, maar ter beschikking willen stellen aan de historische vereniging. U behoeft er geen afstand van te doen, maar u kunt er zo wel aan meewerken, dat ze
door de vereniging gepubliceerd kunnen worden. De geschiedschrijving houdt nooit op!

Dit nummer

Voor u ligt weer een gevarieerde uitgave van Bun Historiael. Een nummer waarin traditiegetrouw, nu we weer 4 en 5 mei naderen, verhalen uit de Tweede Wereldoorlog de hoofdmoot vormen. Ook krijgt u weer nieuwe foto’s voorgeschoteld met onbekende personen of voorzien van verrassende wetenswaardigheden. Ik wens u veel leesgenoegen.

Jan Bos Lzn, voorzitter