Historische vereniging Bunscote

147 Van het bestuur J. Bos
149
Het jaarlijks uitje van de Historische Vereniging “Bunscote” M. Pruys-Van Halteren 151 Bunschoten in oude kranten E. ter Haar
155
Gevarieerd en kleurrijk beeld van folklore uit Markelo W. Ruizendaal
157
Overstromingen en watersnoden aan de zuidwal van de Zuiderzee, 5 (slot) P. Koelewijn
168
Uit de kunst K. van Twillert
169
Van wee is tat d’r één...? B. Zwaan
174
De ramp met de haringfuiken O. Dekkers
177
Ongs mooie dialect, de prijspuzzel E. ter Haar

Van het bestuur

 

Kalender 2013

De nieuwe kalender onder de boeiendeDe nieuwe kalender onder de boeiendetitel ‘Het bonte boerenleven’ is klaar. Heteerste exemplaar is op 23 november uitgereiktaan Freek Poort, die als Eemdijkerboer nog altijd actief is en die als vertegenwoordigervan de boerenstand van Bunschoten,Spakenburg en Eemdijk als eerstedeze kalender in ontvangst mocht nemen.(Zie ook de foto op pagina 179).We verwachten, dat ook dit jaar de kalenderzijn aftrek zal vinden. Het geheel isweer verlucht met talloze mooie foto’s envoorzien van ‘boerenwijsheden’.

Digitalisering

De gesprekken met de gemeente BunschotenDe gesprekken met de gemeente Bunschotenover de digitalisering van ons fotobestandzijn nog steeds gaande en vindenplaats in een positieve sfeer. We zullenscanapparatuur moeten aanschaffen en zijnop zoek naar mensen, die onze vele foto’swillen gaan scannen. Als u daarin geïnteresseerdbent, dan graag contact opnemenmet het bestuur.

In grazige weiden

De Nederlandse vertaling van dit oorspronkelijkDe Nederlandse vertaling van dit oorspronkelijkEngelstalige werk ligt inmiddelsbij Willem Ruizendaal, die ons heefttoegezegd voor de lay-out te zullen zorgen.Het bestuur verwacht in het voorjaar van2013 dit boek op de markt te kunnenbrengen. Van verschillende kanten werder nog interessant fotomateriaal m.b.t. defamilies die doorreisden naar de VerenigdeStaten aangeleverd.Ook dit materiaal zal een plaatsje krijgen indeze uitgave. En mocht u nog brieven en/of foto’s in uw bezit hebben, laat het onsdan weten, dan komen we even bij u langs.

Bun Historiael

..Ook dit nummer van ons verenigingsblad ziet er goed uit met inhoudelijk sterke verhalen en met fraaie illustraties. Peter Koelewijn besluit zijn serie over ‘Overstromingen en watersnoden aan de zuidwal van de Zuiderzee met aflevering 5, die de periode van 1834 tot 1895 beslaat. Het is de periode waarin de zeedijken weliswaar goed onderhouden zijn, maar waarin de binnendijken, de Eemlandse - en Slaagse dijken, in slechte staat verkeren.
Hierdoor ontstaan er overstromingen in 1834, 1855, 1863, 1864, 1877, 1881, 1883 en 1895. Het is ontroerend om te lezen, hoe burgemeester Wouterus
Beukers in brieven aan de Commissaris des Konings in Utrecht en aan koning Willem III de noden van de getroffen bevolking en de noodzaak van dijkversterking onder de aandacht brengt. Midden in deze periode en wel in 1869 is er als lichtpuntje de bouw van het stoomgemaal in Spakenburg, waardoor het overtollige water weggepompt en de malaria teruggedrongen kon worden. De watersnood van 1916 wordt slechts aangetipt,
maar waarschijnlijk heeft de scribent dit gedaan, om zijn kruit droog te houden...

Evert ter Haar bericht in de rubriek ‘Bunschoten in oude kranten’ o.a. over de vangst van acht zeehonden in één week door een Spakenburgse visser
(in het jaar 1852), ‘het uitzonderlijke van het amtsgebed in Bunschoten als een ‘blijk van godsdienstzin en christelijk geloof’. Verder heeft hij een mooie
kruiswoordprijspuzzel in elkaar gezet. Voor het oplossen van deze puzzel is Het Woordenboek van Bunschoten-Spakenburg en Eemdijk een absolute noodzaak.

Bort Zwaan tekent weer voor de rubriek ‘Van wee is tat d’r een?’, waarin hij de oplossingen van de vorige aflevering vermeldt en de lezers oproept om toch 2012 / 148 2012 / 149 vooral contact met hem te nemen, als je weet wie er op een bepaalde foto staat.

Oth Dekkers bericht over ‘De ramp met de haringfuiken’. In 1865 was in maart de dooi ingevallen. De vissers hadden besloten hun haringfuiken uit te zetten. Toen was het plotseling heel hard gaan vriezen en het grootste deel van de haringfuiken was verloren gegaan. Het doet je zeer, als je het leest: ‘een deel der armste vissers is totaal geruïneerd’. Net als in Peters artikel over de overstromingen is burgemeester Beukers druk in de weer met het schrijven van brieven aan de Commissaris van de koning om de nood in het dorp aan te kaarten.

Willem Ruizendaal heeft het verslag van de laatste ledenvergadering gemaakt, waarin hij uitgebreid de folklore van Markelo beschrijft. Wat hebben de vele aanwezigen genoten van de volksdansen, de kleurige kleding, de charme van de dames, de verhalen, de voordrachten en de liedjes zoals Anthon op de bok. En ik kan helemaal met zijn conclusie instemmen: ‘Het was mooier dan een bruiloft.’

Schrijvers gevraagd


Onze redactie is erg actief. En zo doende ontstaat er elke keer weer een heel mooi nummer van Bun Historiael. Maar voor de nabije toekomst hebben we dringend behoefte aan mensen, die willen schrijven of vertellen. Schroom niet en neem contact met ons op!

De Bunsjoter Breeven


Er waren twee aanleidingen om opnieuwEr waren twee aanleidingen om opnieuwaandacht te vragen voor de BunsjoterBreeven. De eerste was een historische vereniging,naar ik meen uit Woudenberg, diemij de Breven stuurde met de opmerking,dat er daar ter plaatse weinig belangstellingvoor bestond en dat het boekje thuishoordein de bibliotheek van Bunscote.De tweede aanleiding was een vermaningvanuit Huizen, dat we weliswaar een interessantverenigingsblad hadden, maar datwe maar bitter weinig aandacht besteeddenaan de eigen streektaal. En zo is hetbegonnen.....‘De Bunsjoter Breeven’ werden geschrevendoor meester Aort, meester AartBlokhuis. Hij was van 1901 tot 1938onderwijzer op de Oude School, de latereGroen van Prinstererschool. Hij was actiefin het Gereformeerde leven en was samenmet zijn broer Gijsbert Blokhuis drukdoende met het verzamelen van woordenen uitdrukkingen in de streektaal van Bunschoten,Spakenburg en Eemdijk. MeesterAart werkte in 1932 ook mee aan de opnamesvan een film over de Spakenburgsestreektaal. Van de film is weinig meer over.Wat ons rest is het filmscript in de vormvan een 24 pagina’s tellende brochurewaarin de volledige tekst is opgenomen,met de Nederlandse vertaling ernaast. Zeverschenen in de Bunschoter Bode rond1931-1932. In 1983 werden ze door zijnschoonzoon, Jan Koelewijn Dzn, ter gelegenheidvan de viering van 600 jaar stadin boekvorm uitgegeven. Wij vonden heteen goed idee, om via Bun Historiael aandachtte besteden aan het werk van AartBlokhuis en daarmee ook aan onze streektaal.Zo nodig kunnen we dan iets meervertellen over ons dialect en waar mogelijkwat verklaren m.b.t. de zaken die in diedagen speelden. De tekst van meesterAart heb ik in zo verre bewerkt, dat ik deschrijfwijze heb aangepast aan die van hetWoordenboek van Bunschoten-Spakenburgen Eemdijk. Voor degenen, die hetSpakenburgs niet als hun eigen spreektaalkennen, heb ik een parallelvertaling in hetNederlands gemaakt. Het is zoals Jan Koelewijnhet in zijn voorwoord bij de uitgavevan het boek uitdrukte: Een streektaal alsde onze “schept een heel sterke gemeenschapsband.”De kennis en het gebruikvan de streektaal versterkt de identiteit. Wehopen, dat de Breeven ook hieraan hunbijdrage zullen leveren.In 2013 gaat u er meer van lezen.

Jan Bos Lzn, voorzitter