Historische vereniging Bunscote

Artikelen

Kerkelijke gezindte

Bunschoten-Spakenburg staat bekend als een overwegend calvinistische gemeenschap van behoudende signatuur, waar de kerken niet alleen 's zondags nog steeds scharen gelovigen trekken, maar ook het doordeweekse denken en optreden van de mensen stempelen. De Afscheiding van 1834, de Doleantie van 1886 en de Vrijmaking van 1944 hebben in de plaatselijke kerkgeschiedenis diepe sporen getrokken en tot de dag van vandaag zijn dat voor velen niet slechts historische gebeurtenissen, maar levende realiteiten die in de lijn der geslachten doorverteld en voortbeleefd worden. Dat heeft, mogelijk bevorderd door een zekere geïsoleerdheid in het verleden, door een vorm van conservatisme vooral ook die geestelijke continuïteit aan sociaal-economische veranderingen wist te paren, er toe geleid dat maatschappelijk en politiek de dorpsgemeenschap een duidelijk reformatorisch karakter vertoont. Gemeenschappen met een dergelijke herkenbare, religieus beïnvloede volkscultuur zijn er niet veel meer in Nederland, althans niet in de vorm van een vrij eensgezinde lokale samenleving - min of meer gesloten subculturen kent dit land overigens bij bosjes. Historisch gezien lijkt een eensgezinde volkscultuur als in Bunschoten-Spakenburg heel verklaarbaar en eerder normaal dan uitzonderlijk; het uitzonderlijke is misschien vooral, dat de eenheid van de volkscultuur tot nog toe sterker is gebleken dan de sociale en kerkelijke divergenties.

Ets van Hendrik Spilman naar een tekening van Jan de Beijer circa 1750   2

Het dorp Bunschoten. Ets van Hendrik Spilman naar een tekening van Jan de Beijer circa 1750.

Bunschoten-Spakenburg heeft niet altijd als streng gereformeerd bekend gestaan. Dat gold uiteraard voor de middeleeuwen, toen in het bisschops-getrouwe Bunschoten zelfs een tijdlang een vrouwenklooster gevestigd was. Maar ook ten tijde van de Reformatie van de 16e eeuw en nog heel wat jaren daarna liep Bunschoten niet voorop om de paapse stoutigheden uit te bannen. Het is de vraag, of de Bunschoters anders dan bij geruchte ooit van de Reformatie hadden gehoord voor het jaar 1578, waarin Amersfoort gereformeerd werd, of 1580, toen zij zelf bij pennestreek opeens met zijn allen protestant werden. Toen immers werd het Rooms-katholicisme verboden en het Calvinisme tot de publieke godsdienst verheven. Het meest zichtbare effect daarvan in Bunschoten lijkt geweest te zijn, dat hier in de N.H. kerk een georganiseerde, officiële beeldenstorm plaatsvond en dat pastoor Moy voortaan als dominee Moy moest worden aangesproken. Of zijn preken van toen af ook het voorgeschreven gereformeerde karakter droegen, mag worden betwijfeld, een aantal jaren later waren er tenminste allerlei klachten over hem. Ook van de schoolmeesters - in vroeger tijden vaak even belangrijke geestelijke leidslieden, krachtens hun aanstelling verplicht de jeugd in de gereformeerde leer op te voeden - ging aanvankelijk geen gereformeerde leiding uit. In 1593 was de schoolmeester van Bunschoten tenminste niet bereid zijn leer en leven door de classis Amersfoort te laten toetsen en zijn opvolger in 1620 werd zelfs uit zijn ambt gezet. Maar misschien was hij, net als de toenmalige predikant die eenzelfde lot trof, een overtuigd Remonstrant. Later in de 17e eeuw blijkt de situatie echter veranderd: predikanten zowel als schoolmeesters gingen de Bunschoters toen voor in de gereformeerde leer en langzaam maar zeker kregen Calvinistische opvattingen en gedragingen greep op de bevolking. De plaatselijke en regionale overheden stimuleerden dat Calviniseringsproces met voorschriften en aanwijzingen. Men kan tegen die vorm van samenwerking tussen kerk en staat bedenkingen koesteren en het hele proces van vraagtekens voorzien. Men hoede zich echter voor een al te snelle en gemakkelijke veroordeling ervan.